Woman with a water jug
Om deze klassieke variant te kunnen maken, heb ik alle elementen uit dit schilderij nodig.
Hierbij opgesomd, klik op het onderwerp om er meer over te weten te komen of maak een keuze onderaan de lijst.
Hierbij opgesomd, klik op het onderwerp om er meer over te weten te komen of maak een keuze onderaan de lijst.
Op dit moment (winter 2017) beschik ik reeds over:
- Glas in lood
- Locatie
- Parelsnoer
- Stoel
- Stof (gedrapeerd over de stoel)
- Tapijt
- Hier ben ik (winter 2017) nog steeds naar op zoek naar:
- Bassin
- Juwelenkistje
- Parelsnoer
- Stoel
- Stof (gedrapeerd over de stoel)
Hier een uitgebreide analyse en aandachtspunten van het schilderij "Vrouw met waterkan" om een klassieke ode op dit schilderij te maken...
"Jonge vrouw met kan", ca 1660-1667.
Dit werk kan gedateerd worden tussen 1660-1667, en mogelijk nog preciezer in de jaren 1664-1665, in Vermeers beste, rijpe periode. De compositie bevat een rustige balans van de primaire kleuren: veel blauw, een beetje geel en weinig steenrood. De figuur is zorgvuldig geplaatst in de ruimte, zo dat haar eenvoudige omtreklijn in perfecte relatie staat tot de andere voorwerpen in de kamer. De omtrekvormen van elk voorwerk kunnen gelezen worden als een "positieve" vorm tegenover de geheel eigen esthetiek van de "negatieve" vormen in de overblijvende ruimte tussen de voorwerpen. Dit is bijvoorbeeld goed te zien aan de knop aan het uiteinde van de landkaart. Deze stopt vlakbij de scherpe vouw van het kapje tussen het nekgedeelte en het hoofdgedeelte van de de afgebeelde vrouwfiguur. Ook in deze zin van passen en meten was Vermeer een uitzonderlijk begaafd schilder. Het geheel ademt de rust en de puurheid van een stilleven. Ook de vrouw lijkt in huiselijke rust te zijn, geconcentreerd, in meditatie.
Dit schilderij is een constructie, een fantasiewereld, want in het volle leven liepen in huize Vermeer veel kinderen rond. De vergulde kan op tafel staat op een bijpassende vergulde schotel. Misschien is dit wel het luxe voorwerp, een vergulde wijnkan die Maria Thins, de moeder van Vermeers echtgenote Catharina Bolnes schonk in 1657 aan haar dochter. Catharina woonde toen al 5 jaar met Johannes Vermeer in het huis van Maria Thins. Er is in dat document geen vermelding van een bijpassende schotel. Het museum noemt het voorwerp op het schilderij geen wijnkan maar een waterkan. In de kan reflecteert de omgeving met de schotel, het rode tafelkleed, het luxe gele kistje met de oranje bekleding in het deksel, en de blauwe stof die daar achter over de stoel is gedrapeerd. Het hoofdkapje moduleert ook het licht op onderscheiden manieren: rechtstreekse belichting bij het venster, een doorschijnendheid aan de binnenkant, donkere schaduw op de schouder aan de kamerzijde en een weerschijn van direct en indirect licht op haar gezicht. De stoel aan de muurzijde heeft een bekroning in de vorm van een leeuwenkop, een model dat we bij Vermeer vaak tegenkomen. In de inventaris van Vermeer is sprake van een set 'Spaans leren' stoelen.
(bron: Museumgids Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, door Kees Kaldenbach)
Dit werk kan gedateerd worden tussen 1660-1667, en mogelijk nog preciezer in de jaren 1664-1665, in Vermeers beste, rijpe periode. De compositie bevat een rustige balans van de primaire kleuren: veel blauw, een beetje geel en weinig steenrood. De figuur is zorgvuldig geplaatst in de ruimte, zo dat haar eenvoudige omtreklijn in perfecte relatie staat tot de andere voorwerpen in de kamer. De omtrekvormen van elk voorwerk kunnen gelezen worden als een "positieve" vorm tegenover de geheel eigen esthetiek van de "negatieve" vormen in de overblijvende ruimte tussen de voorwerpen. Dit is bijvoorbeeld goed te zien aan de knop aan het uiteinde van de landkaart. Deze stopt vlakbij de scherpe vouw van het kapje tussen het nekgedeelte en het hoofdgedeelte van de de afgebeelde vrouwfiguur. Ook in deze zin van passen en meten was Vermeer een uitzonderlijk begaafd schilder. Het geheel ademt de rust en de puurheid van een stilleven. Ook de vrouw lijkt in huiselijke rust te zijn, geconcentreerd, in meditatie.
Dit schilderij is een constructie, een fantasiewereld, want in het volle leven liepen in huize Vermeer veel kinderen rond. De vergulde kan op tafel staat op een bijpassende vergulde schotel. Misschien is dit wel het luxe voorwerp, een vergulde wijnkan die Maria Thins, de moeder van Vermeers echtgenote Catharina Bolnes schonk in 1657 aan haar dochter. Catharina woonde toen al 5 jaar met Johannes Vermeer in het huis van Maria Thins. Er is in dat document geen vermelding van een bijpassende schotel. Het museum noemt het voorwerp op het schilderij geen wijnkan maar een waterkan. In de kan reflecteert de omgeving met de schotel, het rode tafelkleed, het luxe gele kistje met de oranje bekleding in het deksel, en de blauwe stof die daar achter over de stoel is gedrapeerd. Het hoofdkapje moduleert ook het licht op onderscheiden manieren: rechtstreekse belichting bij het venster, een doorschijnendheid aan de binnenkant, donkere schaduw op de schouder aan de kamerzijde en een weerschijn van direct en indirect licht op haar gezicht. De stoel aan de muurzijde heeft een bekroning in de vorm van een leeuwenkop, een model dat we bij Vermeer vaak tegenkomen. In de inventaris van Vermeer is sprake van een set 'Spaans leren' stoelen.
(bron: Museumgids Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, door Kees Kaldenbach)
'Vrouw met de waterkan' is vooral een studie in blauw; in het open venster naast haar zit glas met een blauwe tint. Er zit blauw in de schaduw op de muur onder het raam... De onderlaag van de net-niet-witte muur achter haar bevat niet alleen grijs, maar ook ultramarijn. Haar rok is donkerblauw en haar jasje donkerblauw met geel, en dit blauw schemert weer door haar witte kraag en hoofdtooi. Een reep materiaal van een lichter blauw is gedrapeerd over een stoel met de leeuwenkoppen en een donkerblauwe leuning, waarvan de kleur weer wordt gereflecteerd in de metalen kan. In het tafelkleed zijn blauwe bloemen geweven op een rode achtergrond. De roede die de vertrouwde landkaart tegen de muur aan de onderkant strak trekt is nu blauw. En tenslotte, als een laatste klein gebaar, zijn daar de lichtblauwe linten -misschien zijn ze gebruikt om haar parelsnoer om te binden- die uit haar juwelenkistje op de tafel steken. Ik denk dat zijn model ook hier de altijd voorhanden zijnde Catharina was; ze heeft dezelfde kromme neus en enigszins samengeperste lippen als de vrouw in 'Schrijvende vrouw in het geel'.
Dit las ik onlangs ook nog over Vermeer's kleuren:
"Vermeer heeft echter ook in eerdere fases van het schildersproces met dit pigment gewerkt om het effect van een witte muur en grijszwarte marmeren tegels te verkrijgen, wat nog eens bevestigt dat hij dit schilderij voor een rijke mecenas vervaardigde. De toeschouwer ziet zwarte tegels die in feite diepblauw zijn en de schaduwpartijen op de witte muren zijn blauwig. Een soortgelijke intensivering, maar dan met zuiver geel, paste de kunstenaar toe om de kleur van bleek hout weer te geven, en het bruine tapijt bewerkte hij met zuiver rood. Zijn schilderij heeft de heldere gepolijste glans van een werk in pietra dura (=stenen inlegwerk). We kunnen deze intensivering van de kleuren vergelijken met de literaire stijlfiguur van de hyperbool - overdrijven om de werkelijkheid levendiger voor de geest te halen. Sinds de herontdekking van Vermeer spreekt zijn techniek tot de verbeelding van critici en kunstenaars."
(bron: Anthony Bailey - Gezicht op Delft - Een biografie van Johannes Vermeer)
"Vermeer heeft echter ook in eerdere fases van het schildersproces met dit pigment gewerkt om het effect van een witte muur en grijszwarte marmeren tegels te verkrijgen, wat nog eens bevestigt dat hij dit schilderij voor een rijke mecenas vervaardigde. De toeschouwer ziet zwarte tegels die in feite diepblauw zijn en de schaduwpartijen op de witte muren zijn blauwig. Een soortgelijke intensivering, maar dan met zuiver geel, paste de kunstenaar toe om de kleur van bleek hout weer te geven, en het bruine tapijt bewerkte hij met zuiver rood. Zijn schilderij heeft de heldere gepolijste glans van een werk in pietra dura (=stenen inlegwerk). We kunnen deze intensivering van de kleuren vergelijken met de literaire stijlfiguur van de hyperbool - overdrijven om de werkelijkheid levendiger voor de geest te halen. Sinds de herontdekking van Vermeer spreekt zijn techniek tot de verbeelding van critici en kunstenaars."
(bron: Anthony Bailey - Gezicht op Delft - Een biografie van Johannes Vermeer)